Houd je van oude portretten? Ik vind ze fascinerend: ze gaan over de mensen maar ook over de tijd. En het verleden is vol geheimen… Vandaag heb ik dus hele andere beelden en een andere soort verhaal voor jullie. Het gaat over twee daguerreotypieën die ik in een kleine antiekwinkel in Chartres heb gekocht.
Daguerreotypie was de eerste fotografische methode, uitgevonden door Louise Daguerre in 1838. Zijn procedure werd in de jaren daarna verbeterd en was met name populair in de jaren 1840-1850. In 1850s was collodiumfotografie geïntroduceerd – een procedé met negatief-positief techniek. Het was sneller, minder duur en gevaarlijk. Daguerreotypie was daarom in de jaren zestig van de 19de eeuw uitgestorven. De meeste daguerreotypieën dateren dus tussen 1840-1865.
Daguerreotypie was gevaarlijk vanwege het werken met toxische chemicaliën. De procedure leek een beetje op een occult ritueel. Een verzilverd koperen plaat werd gepolijst totdat het zo reflecterend als een spiegel was. Vervolgens werd de plaat naar een donkere kamer gebracht, met chemicaliën lichtgevoelig gemaakt, en in een camera geplaatst. Een foto nemen duurde eerst ongeveer een half uur, maar naarmate de methode verbeterde werd het tot minder dan een minuut gereduceerd. Het was alsof je voor eventjes in een spiegel werd opgenomen – en de beelden waren ook omgekeerd, zoals in een spiegel. Een beeld op de plaat werd ontwikkeld in een donkere kamer door de kwikdampen, en uiteindelijk gefixeerd in een zoutoplossing.
Daguerreotypie kent dus geen negatieven maar is een direct positief op een spiegelend verzilverde plaat. Uniek en zeer breekbaar. Het was bedekt met beschermglas en werd aan een klant gepresenteerd in een fraai kadertje of een boekachtig doosje. Het doosje hielp ook de kwaliteit van het beeld beschermen: teveel blootstelling aan licht veroorzaakt bij daguerreotypie vervaging.
De jongen en meisje op de daguerreotypieën die je hier ziet zijn waarschijnlijk broer en zus. Je ziet een set met dezelfde plaats, gelijke lijsten, bewaard in dezelfde familie. Het meisje ziet er verlegen en gevoelig uit, de jongen heeft wat meer zelfvertrouwen in zijn pose. Wat stijve uitdrukkingen komen bij daguerreotypieën vaak voor: men mocht zich een aantal seconden niet bewegen.
Daguerreotypie kende geen kleuren, maar de beelden waren vaak met de hand beschilderd – vooral op de wangen, kleding en gouden sieraden. Hier kun je zien dat er wat kleur toegevoegd was op de jurk en de gouden oorbellen van het meisje.
Deze daguerreotypieën zijn met de naam “Hartmann” bestempeld. Een klein onderzoek op het Internet laat zien dat er twee fotografen/daguerreotypisten onder deze naam werkte. Hippolyte Hartmann was een fotograaf die zich op Martinique vestigde en soms ook in de andere kolonies werkte. Er was ook A.H. Hartmann, wellicht zijn zoon – een rondreizende daguerreotypist die door het Caribisch gebied reisde: Suriname, Brits-Guyana, Dominicaanse Republiek, Puerto Rico, Haïti.
Ik kan deze portretten niet accuraat dateren maar ze zouden ergens tussen de late 1840 – vroege 1850 gemaakt moeten zijn. Hun leeftijd alleen is al fascinerend. En dan ook deze fotografische methode: een spiegelend verzilverde plaat die het licht van de verre tijden en plaatsen heeft gevangen… Momenten, herinneringen en gezichten van meer dan 160 jaar oud. Wat gebeurde daarna met deze kinderen? Dat zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen…
Je bent welkom om een commentaar te schrijven en deze post te delen!